In Raganorck zijn er twee dievengilden te vinden (of althans "bekend"):
*Sharidai 'Khaz met aan het hoofd Sharidia Perlar
*afscheiding: De Hudelijke Palatijnen met aan het hoofd Juffrouw Adijke Bottel.
 

De oudste dievenorganisatie van de stad.
 

De Hudelijke Palatijnen werd gestart door enkele revolutionairen, die zich van het juk van de oude garde wilden afzetten, en zich in de meer legubere delen van de stad hebben neergestreken. Gesponserd door de ietwat welstellende familie Huppelink, die het beu was steeds hun deur ingebeukt te hebben, op welk onverlaten uur van dag of nacht dan ook, werd er een honderdtal jaar geleden, een tweede misdaadbeweging gesticht (nadat de voorlaatste grote beweging was ingestort wegens slechte boekhouding), die meer democratische te werk zou gaan. De beweging werd bekend als de 'Hudelijke Palatijnen'.

Na een kleine honderd jaar evolutie van de beweging, die zich vooral in het Duistere District centraliseerde, raakten de Palatijnen zeer veel van hun invloed kwijt, tot Juffrouw Bottel zich met de zaak ging bezighouden. Lichtjes gefrustreerd door een aantal onvriendelijke intermezzo's met de ondergrondse handelsgilde, besloot Juffrouw Adijke Bottel dat ze dringend iets aan deze schandelijke maatschappelijke toestand moest doen.

Op een jaar tijd heeft ze zich in het zadel van de Palatijnen gewerkt. Haar bewind, stichterlijk en doordacht, waarbij ze heel veel rekening houdt met de mening van haar klanten. (Uiteindelijk betalen die mensen om tegen hun wil overvallen te worden en klant is koning). Verder sponsert ze ook goede doelen, zoals de 'Naaicirkel der Alleenstaande Weduwen' en de 'Stichting tot bevordering van Kinderzorg'.

De Hudelijke Palatijnen verblijven in het Hof der Palatijnen, een hofje in het Duistere District waar je niet meteen de nummer twee grootste misdaadorganisatie van de stad zou gaan zoeken. Nog minder zou je verwachten, dat de dieven en dievegges, hier huisje na huisje, naast elkaar, in een vreedzame (let op de v in vreed) leven. De tuin is een groot vierkant, van heggen en rozen en hyacinten. Enkel de laatbloeiers telen wierig. Daarrond zijn dus vier smalle strookjes straat, die de bewoners van de kleine huisjes rondom, de mogelijkheid geven om de straatjes richting tuin over te steken.

Aan één kant, welke kant doet er niet echt toe want het stratenplan veranderd toch van tijd tot tijd, is er een toegangspoort. En als je even aan de buitenkant zou gaan kijken, zou je zien dat er een houten, denen bord boven die poort hangt, waar op staat in witte geschilderde letters:

De Palatijnen

En kleiner, daaronder:

Een Hudelijke Beweging

En daaronder, nog kleiner, op een ander bord, eigenlijk een lei, staat gegriffeld.

Gesloten na nachtval.
Gelieve u te houden aan de regels en aldus geen personen van het andere geslacht op uw kamer te laten logeren. 
Eén minuut stilte voor de verwanten van Guldeur, die het leven liet tijdens het uitvoeren van zijner arbeid.